OVERZICHT TESTINSTRUMENTARIUM BASIS ONDERWIJS

De module basisonderwijs bevat (remediërend) les- en testmateriaal voor het basisonderwijs. Deze instrumenten zijn op aanvraag gratis voor het basisonderwijs beschikbaar.

LEERLINGVERSIES:

Vision Profiel sociaal-emotionele Ontwikkeling
groep 7/8 basisonderwijs
60 items
Leerlingenversie en Docentenversie
Normering C-schaal en CITO-indeling A-E
Normgroep groep 7/8 basisonderwijs (n = 694)

Vision beschrijft sociaal-emotionele kenmerken in termen van persoonlijkheidsfactoren. Het Big Five model is een hiërarchische organisatie van persoonlijkheidstrekken en behoort tot de trekbenadering. Het model bestaat uit vijf dimensies (basisfactoren):
• Emotionele stabiliteit (‘neuroticism’ N)
• Extraversie (‘extraversion’ E)
• Intellectuele Openheid (‘openess’ O)
• Aanpassen (‘altruism’ , agreeableness’ A)
• Zorgvuldigheid (‘consciousness’ C)

Big Five Circumplex - Children (B5C-C), self-assesment, algemene jeugdbevolking 10- t/m 13 jaar, 5 factor-scores en 10 circumplexen.

Dutch personality questionnaire - children
De DPQa is een voor kinderen aangepaste versie van de oorspronkelijke Dutch Personality Questionnaire (DPQ) en meet persoonlijkheidseigenschappen bij kinderen en adolescenten van 10 t/m 16 jaar. Het levert ook een (beperkte) bijdrage aan het voorspellen van faalangst/vermijdingsgedrag en pesten.

De Cyber Pest Test is een vragenlijst waarvoor (schaars) nationaal en internationaal onderzoek als uitgangspunt diende en waarin gepeild wordt naar de ervaringen van 10- tot 16 jarigen met zeventien deviante gedragingen op internet en via GSM als pester en slachtoffer. Naast deze impliciete meting worden leerlingen ook expliciet gevraagd naar ervaringen met klassiek pesten en cyberpesten in hun rol als dader, slachtoffer of getuige. Voor het onderdeel van de vragenlijst dat klassiek pesten meet werd de ‘Revised Olweus Bully/Victim Questionnaire’ van Dan Olweus (1996) als uitgangspunt genomen.

Vragenlijst Antisociaal Gedrag - kinderen
De VASG- K is een zelfrapportage vragenlijst voor kinderen van 10 t/m 12 jaar. De VASG is een aangepaste versie van de Self-Report Early Delinquency Scale (Moffitt & Silva, 1988). De VSAG is een zelfbeoordelingsvragenlijst met 26 items die gescoord moeten worden op een 4-puntsschaal. De vragenlijst bevat naast een algemene score voor anti-sociaal gedrag ook vier sub-scores: deliquentie in het publieke domein, deliquentie in het primaire domein (thuis/school), diefstal en delinquentie met geweld.
De VASG brengt bij deze eerste meting in kaart welke kinderen een verhoogd risico lopen antisociaal gedrag te ontwikkelen.

LEERKRACHTVERSIES:

Vision Profiel sociaal-emotionele Ontwikkeling

Vragenlijst Sociale Competentie - Leerkrachtversie, kinderen 10-12 jaar.
De nadruk in de VSC-Leerkracht ligt op de sociale competentie die nodig is om op adequate wijze leerling te zijn. De VSC-Leerkracht geeft op basis van oordelen door de groepsleerkracht een beeld van de sociale competentie van individuele leerlingen. De VSC-Leerkracht bestaat uit 83 vragen. De vragen beschrijven sociaal competent gedrag dat alle leerlingen van de school op een bij hun leeftijd passende manier kunnen uitvoeren. De manier waarop de leerlingen zich sociaal competent gedragen, varieert namelijk aan de hand van de leeftijd van de leerlingen. In het algemeen kunnen we zeggen dat we bij oudere leerlingen meer taal, flexibiliteit, nuancering en zelfbeheersing in het gedrag verwachten dan bij jongere leerling.

Vragenlijst Sociale Vaardigheden en Probleemgedrag- kinderen
De VSVP- K is een leerkrachtenvragenlijst voor kinderen van 10 t/m 12 jaar. De VSVP-K is een beoordelingsvragenlijst met 67 items en meet de volgende dimensies: sociale vaardigheden (subdimensies: cooperatie, assertiviteit, zelfcontrole), prosociaal gedrag en probleemgedrag (dimensies: agressief gedrag, teruggetrokken gedrag), aandachtstekort en schoolsucces.

PsychoSociale Index Kinderen (Psy-K), versie docenten basisonderwijs, screeningsinstrument voor psychosociale problematiek kinderen 7-12 jaar. Naast het berekenen van de totaal probleemscore worden ook vijf subschalen berekend: emotionele problemen, gedragsproblemen, aandachtstekort/ overactiviteit, prosociaal (samenwerkend) gedrag en problemen in de omgang met leeftijdsgenoten.

Profiel Sociaal-Emotionele Ontwikkeling - Regulier Basisonderwijs (PSEO-BO), professionals/docentenversie, aan de hand van gedragsbeoordelingen van docenten vindt een screening plaats op de drie meest voorkomende sociaal-emotionele problemen: Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) met als subdimensies aandachtstekort en hyperactiviteit/impulsiviteit Gedragsproblemen met als subdimensies Oppositioneel-opstandig gedrag (ODD) en Antisociaal gedrag (Conduct disorder, CD), Angst en stemmingsverstoord gedrag met als subdimensies algemeen gevoel van angst, angst in sociale situaties en stemmingsverstoord gedrag (angstig-teruggetrokken, depressief).

Vragenlijst Autistisch Gedrag - Regulier Basisonderwijs (VAG-BO), professionals/docentenversie, aan de hand van gedragsbeoordelingen van docenten vindt een screening plaats op het gedragsbeeld autisme.

Vragenljst screening ADHD
De Vragenlijst ADHD is gebaseerd op de in de DSM-IV en ICD-10 vermelde criteria voor de indicatie van classificatie, gegevens afkomstig uit de Jaarberichten 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006 van de Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid (NMG) en een uitvoerig literatuuronderzoek naar sociale, psychische of emotionele gedragsproblemen die zich kunnen voordoen in de ontwikkeling van jongeren.
De Vragenlijst Screening ADHD is een vragenlijst waarmee op eenvoudige wijze kan worden nagegaan óf, en in welke mate, kinderen de gedragssymptomen van ADHD vertonen.

OUDERVERSIES:

Ocean - Children, ouderlijke beoordeling, kinderen basisschool 6 t/m 12 jaar, 5 factor-scores en 15 facetten en 8 gedragsstijlen.

Vragenlijst opvoedingsstijlen en ouderlijke supervisie
Relatie met ouders kan betrekking hebben op de ervaren hechting met ouders, de ervaren betrokkenheid van en intimiteit met ouders (zie bijvoorbeeld Weerman, 1998), maar ook op de ervaren emotionele steun (Markus, Lindhout et al., 2003). In de vragenlijst is de relatie met ouders geoperationaliseerd in de opvoedingsstijlen ervaren emotionele warmte en ervaren verwerping.
- de schaal emotionele warmte/steun meet concepten zoals speciale
   aandacht geven aan het kind, onvoorwaardelijke liefde geven of
   emotionele steun
- de schaal verwerping wordt gekarakteriseerd door vijandigheid, de
   wijze van sanctioneren, harde disciplinering: wel/niet fysiek,
   kleineren en de schuld op het slachtoffer afschuiven

Ouderlijke supervisie van gedrag maakt onderdeel uit van een effectieve opvoedingsstijl (Dishion et al., 1998). In de vragenlijst zijn vier manieren van supervisie over gedrag van de jongeren gemeten
- openheid van de jongere, meet de mate waarin de jongere spontaan
   zijn ouders op de hoogte brengt van zijn vrijetijdsactiviteiten
- informeren naar vrije tijd door de ouders
- ouderlijke controle
- passieve supervisie (kennis van de ouders)

De ontwikkeling van jongeren in de leeftijd van tien tot en met zeventien jaar, een leeftijdsfase die grotendeels betrekking heeft op de vroege en de middenadolescentieperiode, kenmerkt zich door het exploreren van grenzen in diverse sociale domeinen, zoals het gezin, de vriendengroep, de buurt of de school. Bij de meeste jongeren verloopt deze ontwikkeling zonder noemenswaardige problemen, hoewel het verkennen van de grenzen in de diverse domeinen kan leiden tot risicogedrag zoals spijbelen, alcoholgebruik of gokken.

De OpvoedingsStress Index - Kinderen (OSI-K) meet de stressbeleving bij de opvoeding van een kind. Het instrument, gebaseerd op de PSI (Abadin 1983), bestaat uit 24 items die tot een algemene somscore leidt. De ouderlijke stress schaal heeft een interne consistentie van .93 met vierentwintig items. De items worden op een 6-punt likertschaal ingevuld van 'helemaal mee oneens' tot 'helemaal mee eens'. De ruwe scores kunnen vergeleken worden met referentiedata uit de eerste meting van TRAILS, een grootschalig longitudinaal bevolkingsonderzoek onder kinderen in Noord-Nederland. (n = 2.048, kinderen 10-12 jaar). Hoe hoger de score op de OSI-K is, hoe groter de ervaren ouderlijke stress bij de respondent is.
De totale somscore van de stressvragenlijst van de Opvoedingstress Index (OSI-K) kan beschouwd worden als indicatief voor de totale - aan de ouderrol gerelateerde - stress die de respondent ervaart. Ouders van kinderen met ernstige psychosociale problematiek ervaren significant meer stress in vergelijking met ouders van kinderen zonder ernstige psychosociale problematiek.

Vragenljst screening ADHD
De Vragenlijst ADHD is gebaseerd op de in de DSM-IV en ICD-10 vermelde criteria voor de indicatie van classificatie, gegevens afkomstig uit de Jaarberichten 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006 van de Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid (NMG) en een uitvoerig literatuuronderzoek naar sociale, psychische of emotionele gedragsproblemen die zich kunnen voordoen in de ontwikkeling van jongeren.
De Vragenlijst Screening ADHD is een vragenlijst waarmee op eenvoudige wijze kan worden nagegaan óf, en in welke mate, kinderen de gedragssymptomen van ADHD vertonen.

Adolescent Temperament Questionnaire (ATQ)
De ouderversie van de Adolescent Temperament Questionnaire (ATQ) bestaat uit 37 items op basis van het door Rothbart en anderen ontwikkelde temperamentsmodel. In Rothbart’s model worden acht dimensies van temperament in de vroeg-adolescentie (9-16 jaar) onderscheiden: High-Intensity Pleasure, Shyness, Fear, Frustration, Activation Control, Attention Control, Inhibitory Control en Affiliation, die de vier hoofddimensies van Surgency, Negative Affectivity, Effortful Control en Affiliation (Putnam et al., 2001) omvatten. De door Rothbart voorgestelde schalen werden empirisch getoetst. De dataset waarvan gebruik is gemaakt is afkomstig van de TRacking Adolescents' Individual Lives Survey (Trails). Trails is een longitudinale multidisciplinaire studie naar de fysieke en mentale ontwikkeling van Nederlandse kinderen naar de volwassenheid.